Hoe ontstaat pijn tijdens de bevalling?
Pijn tijdens de bevalling komt door de weeën. Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoeder. De weeën komen in twee fasen: de ontsluiting en de uitdrijving.
Tijdens de ontsluiting rekken de weeën het onderste deel van de baarmoeder en de baarmoedermond uit. De baarmoedermond gaat open en het hoofdje van de baby komt naar beneden. Dit veroorzaakt pijn, vooral in de buik. Je kunt ook pijn hebben in de rug, in de benen, in de onderbuik en vagina, en rondom het uiteinde van de darmen (de anus). In de fase van de ontsluiting kun je de weeën wegzuchten en zo de pijn onder controle houden.
De uitdrijving begint als er tien centimeter ontsluiting is en de baby voldoende ingedaald is. In deze fase mag je tijdens de weeën meepersen. De pijn wordt nu veroorzaakt door uitrekking van het geboortekanaal en het gebied rond de bilnaad. Hoeveel pijn de bevalling doet, verschilt per vrouw en per bevalling. Veel vrouwen ervaren minder pijn tijdens het persen dan tijdens de ontsluiting.
Invloed op de pijn
Het is niet te voorspellen hoe pijnlijk een bevalling is. Er zijn wel enkele factoren bekend die de pijn tijdens de bevalling kunnen verminderen of juist verergeren:
• De bevalling van een eerste kindje is vaak pijnlijker dan volgende bevallingen. Alles wordt voor de eerste keer opgerekt en de bevalling duurt meestal langer.
• Angst voor de bevalling of voor pijn kan de pijn verergeren.
• Een goede begeleiding en ondersteuning tijdens de bevalling kan de pijn verminderen.
• Vrouwen die in een huiselijke omgeving bevallen, ervaren minder pijn. Een ziekenhuiskamer die huiselijk is ingericht heeft hetzelfde effect.