De ruggenprik (epidurale analgesie)
Een anesthesioloog voert de ruggenprik uit. Het is 24 uur per dag, zeven dagen per week mogelijk om een ruggenprik te laten zetten. Soms moet je even wachten totdat er een anesthesioloog beschikbaar is. Je krijgt eerst een plaatselijke verdoving van uw rug, waardoor de huid daar ongevoelig wordt. Daarna brengt de anesthesioloog via een dunne naald onder in je rug een dun slangetje in je lichaam. Dit is de ruggenprik. Je zit hierbij voorovergebogen op de rand van het bed. Door de plaatselijke verdoving voel je deze ruggenprik nauwelijks. Via dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling een pijnstillende vloeistof in uw rug. De pijn verdwijnt ongeveer een kwartier na het zetten van de ruggenprik. Als de pijnstilling eenmaal werkt voel je meestal geen pijn meer tijdens de ontsluiting, de uitdrijving van de baby en het eventuele hechten na de bevalling. Na de bevalling wordt het slangetje weer verwijderd.
Bij een ruggenprik zijn wel enkele voorzorgen nodig. Je krijgt vocht toegediend via een infuus om de bloeddruk op peil te houden. Soms is het nodig om je hiervoor extra medicijnen te geven. Als je onderlichaam verdoofd is, voel je niet of je moet plassen. Daarom plaatsen we een slangetje (katheter) in de blaas, om de urine af te voeren. Je hartslag en bloeddruk worden zorgvuldig gecontroleerd, ook de hartslag van je baby houden wij extra in de gaten.
De reden voor deze extra bewaking is dat je door de ruggenprik (tijdelijk) een lage bloeddruk kunt krijgen. Hierop kan de baby reageren met een tragere hartslag. Zodra dit met de bewakingsapparatuur wordt gezien, krijg je meer vocht via het infuus toegediend. Je bloedvaten worden dan extra gevuld, waardoor de bloeddruk weer stijgt.
Een ruggenprik kan de volgende tijdelijke bijwerkingen hebben:
• Het gevoel in je beenspieren is tijdens de bevalling minder, waardoor je niet kunt lopen. Blijvend verlies van gevoel of kracht is een zeer zeldzaam voorkomende bijwerking.
• Je lichaamstemperatuur kan stijgen. Het is dan lastig te bepalen of je koorts hebt door de ruggenprik of door een infectie. De kinderarts kijkt je baby in dit geval extra goed na.
• Het persen duurt soms langer.
• Je hebt een grotere kans op een vaginale kunstverlossing. Dit is een bevalling met een vacuümpomp of verlostang.
• Je kunt jeuk krijgen door de ruggenprik.
• Een klein aantal vrouwen krijgt hoofdpijn. Dat kan voorkomen als de ruimte rond het ruggenmerg wordt
aangeprikt. Het is vervelend, maar onschuldig en goed te behandelen. De ruggenprik is niet slecht voor de gezondheid van uw kind. Je kunt ook gewoon borstvoeding geven.