Complicaties
Vroeggeboren kindjes kunnen vooral last hebben van ademhalingsproblemen en hersenbloedingen. Maar in principe kunnen er allerlei complicaties optreden, bijvoorbeeld in het zenuwstelsel, de nieren, het maagdarmstelsel of in de bloedsomloop of stofwisseling. Daarnaast bestaat er altijd kans op infecties. Dat is de reden waarom je kindje aan allerlei bewakingsapparatuur ligt en dag en nacht in zijn couveuse wordt geobserveerd. Niet bij elk prematuur geboren kindje treden deze problemen op. Meestal is het zo dat hoe vroeger het kindje geboren is, hoe onrijper en hoe grotere kans op complicaties.
De groei en ontwikkeling van prematuren/dysmaturen
Baby’s in de baarmoeder groeien het hardst in de laatste maanden van de zwangerschap. Tussen de 26e en de 32e week verdubbelt hun gewicht. Een kindje dat in deze periode geboren wordt, heeft het dan ook heel erg zwaar. Een pasgeborene valt altijd enigszins af na de geboorte, een prematuur ook.
Daarnaast heeft hij veel energie nodig om aan allerlei andere problemen het hoofd te bieden – al zijn organen moeten aan de gang blijven: ademhaling, bloedsomloop, spijsvertering, motoriek, et cetera!
Het spijsverteringsstelsel werkt nog niet ‘naar behoren’: in de baarmoeder zou je kindje zijn voeding via de navelstreng hebben gekregen en niet via mond en maag. In eerste instantie wordt het kind dan ook gevoed via een infuus, maar al snel wordt geprobeerd het maagdarmkanaal vervroegd ‘rijp’ te laten worden door voeding te geven via een sonde: als het kan de afgekolfde borstvoeding van de moeder.